Ogen

Sommige docenten hebben dat. Van die ogen. Ogen, die alleen maar even hoeven te knipperen en leerlingen weten dat ze stil moeten zijn en luisteren. Ogen die zonder woorden kunnen vertellen dat het nu genoeg is. Ik denk zelfs dat docenten met zulke ogen die momenten waarop het genoeg is niet mee gaan maken. Je kijkt wel uit als leerling.

Ik heb die ogen niet. Het zal ook wel niet alleen de ogen zijn. Het is een totaal pallet aan non-verbale uitdrukkingen die ik in kleinere mate bezit. Terwijl ik  non verbaal veel gebruik en vaak bewust.

En ik vraag me wel vaak af of het een aangeleerde vaardigheid is of een erfelijke. Waarschijnlijk beide.

Sommige leerlingen hebben ook die ogen. Ze kijken me aan en ik denk: “die wil ik ook”. Niet letterlijk maar de figuurlijke. Het kunnen staren naar iemand en dat het effect heeft. Vriendelijk vragen duurt toch wat langer.

Nog zo’n ding. Ik had ze vroeger meer. Ze waren weliswaar niet een totale vernietiging, maar redelijke schade in het branie deel van de leerling wist ik nog wel te veroorzaken.

Maar ergens zijn mijn ogen zachter geworden. Minder donker en minder dwingend. Ik verdenk mijn kinderen er van dat effect te hebben. Sinds mijn eerste kind geboren is, neig ik meer naar goedmoedigheid. Het kan ook zijn dat het ouder worden invloed heeft. Is het de ziekte weemoed die mijn ogen beïnvloed, die de trekken in mijn gezicht zachter maakt? Ik weet het niet zeker.

Ik had ook een stagiaire, die later mijn collega werd. Die had het tot in haar botten. Jaloers was ik zeker. Wat een heerlijkheid lijkt het mij om met blikken te kunnen “stilte maken”.

Gelukkig bezit ik een flink stemvolume die ik misbruik (letterlijk) om stilte te krijgen. Maar schreeuwen om stilte is net zoiets als willen ademhalen onder water. Het is een tegenstrijdigheid. Ik probeer dat dus zo min mogelijk te doen.

Dan heb je de techniek van de rust en de stilte. Je staat of zit en wacht. De eerste keer dat je wacht tot de leerlingen stil zijn duurt lang. De volgende lessen drukt de stilte van “die man voor de klas” en gaan ze elkaar waarschuwen. Er valt een soort van adempauze, die je stilte mag noemen. Nog heel even wachten, dan start de les. Ik ben er een voorstander van. Het scheelt mij een hoop energie, het bespaart me mijn stem en de klas herkent mijn patroon. Zodra ik voor de klas ga staan of op een tafel ga zitten en mijn wachtende houding aanneem, zie je het effect op de klas.

Maar goed. Het ging over ogen. Ik ben onlangs bij een opticien geweest. Ik heb een leesbril nodig. Het idee dat ik voor de klas sta, kijkend over mijn bril, de klas in. Het is iets wat ik wil voorkomen. Ik vrees ook dat het me niet strenger doet lijken. Dus de aftakeling van mijn non-verbale krachten gaat verder. Ik moet op zoek naar andere onderwijskundige krachten om dat te compenseren.

 

Zijnoot: de website de lerende docent is afgesloten. In die zin dat de schrijfster haar bevlogen en persoonlijke stukjes niet meer schrijft. Het boek is af, zoals ze twitterde. Ik daarentegen weet niet zo goed wat ik met dit blog ga doen in de toekomst. Ik zie dat ik eerder een schrijfblokkade heb, dan een afgesloten geheel. Mijn laatste blog is al weer een tijdje geleden en zijn vaak lesideeen of de Google drive overleg ding voor vmbo-tl. Dus itt de bovengenoemde blog heb ik nog geen idee wat dit blog gaat brengen of ooit eindigt. Ach dat klinkt ook als een soort zekerheid.

Over lighans

Berijder van Quest nummer 327
Dit bericht werd geplaatst in blijmakers, Uncategorized en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie