Waar is Bethlehem?

Kerstavond 2023, Nazareth, Amerika.

Een drietal mannen en 1 vrouw zijn in het kantoor van Dominee Harrilson. De vrouw van de dominee schenkt wijn in. Twee mannen, gezeten op een grote Chesterfield bank kijken naar de man die heen en weer loopt tussen de open haard en het zitje met nog 3 dezelfde banken. Bijna alles is wit in het kantoor. De banken, Het kleed, de muren, en de gordijnen. Aan de muren hangen grote klassiek geschilderde afbeeldingen over de kruisgang van Jezus in protserige bruine omlijsting. De enorme open haard heeft op elke hoek van de witte balk boven het vuur 2 engelen van een meter groot. Allebei wit, met goudgekleurde vleugels en een dikke goudkleurige kaars in hun handen. Het zijn volwassen engelen en lijken minzaam naar de man te kijken die daar in zijn witte maatpak loopt. Zijn gelakte schoenen, zijn overhemd met rechte boord, zijn ringen, zelfs zijn pochet is goudkleurig. Hij lijkt alsof hij losgekomen is van het statische interieur van zijn kantoor. Tegenover de openhaard is een groot raam waarvoor een groot wit klassiek bureau staat, met een stoel die eerder een zachte leunstoel is, maar wel met wieltjes en kan draaien.

“Ik zeg het nog maar een keer, dit was een fantastische avond!” zegt Harrilson tegen de mannen. De vrouw staat wat verveeld naast het bureau naar buiten te kijken. Ook haar kokerjurk is wit. Ze is met gouden sieraden behangen.

Harrilson strijkt door zijn witte haar die als een golf over zijn hoofd hangt. Een gebaar dat hij vaak herhaald, gepaard met een licht schudden van zijn hoofd.

“Morgen, jongens, morgen wordt de grand finale! Ik laat ze het echte verhaal horen. Zoals ik denk dat het is. Het wordt een mooie avond! Nog mooier! Geweldig!”

Er was even stilte. Conway en Smith, 2 gepensioneerde theologen die elke avond betaald worden om bij de kerkshow van Harrilson te zijn, hadden zich nog nooit zo ellendig gevoeld. De preek was vanuit theologisch oogpunt een gigantische farce. Die 200 dollar per avond, 5 dagen in de week, was helemaal niet verkeerd. Ze reden ervoor van hun landhuis naar de showkerk, om een avondje ernstig mee te knikken met de preek van Harrilson. Meer hoefden ze niet te doen. Nou ja, daarna nog even nazitten, net zoals nu. Soms probeerden ze voorzichtig het verhaal van Harrilson te nuanceren. Harrilson heeft nogal de neiging om het bijbel verhaal op zijn eigen manier te interpreteren. Van tevoren overlegt hij nooit wat hij zegt. Waarschijnlijk weet hij het zelf ook niet precies. Maar het blijft een wonder dat hij in de show van altijd precies anderhalf uur op het podium kan staan en een verhaal verteld die mooi en boeiend is, maar niet altijd iets met de bijbel te maken heeft. Harrilson denkt daar natuurlijk heel anders over. Volgens zijn logica zou hij zeggen: “Er luisteren 300 mensen naar mij in de kerk. Die hebben allemaal 25 dollar betaald voor een zitplaats. Een paar zelfs meer om vooraan te mogen zitten, zodat ik ze een zegening kan geven. Dan kijken er dagelijks bijna 100.000 mensen via de uitzending van de Lutheric Catholic Church Broadcast Company. Ze kopen mijn merch, ze plakken stikkers van mij op hun auto. Deze mensen denken dat wat ik zeg de waarheid is. Dus dan is het waar!!”

Ook nu proberen ze een stukje van zijn relaas voorzichtig in een iets ander daglicht te zetten.

“Weet je Harril”, begint Conway, “je verhaal over Jezus en zijn roots is mooi en spreekt veel mensen aan. Maar ik zou toch een beetje oppassen met weergeven hoe Jezus eruit ziet.”

“Hoezo?! Iedereen weet hoe Jezus eruit ziet! Hij hangt levensgroot in de kerk! En hiero, op mijn schilderijen!”

“Jawel, jawel,” vervolgt Smith, “Op de beelden en schilderijen is Jezus zoals jij beschrijft. Maar het is ook goed om te bedenken dat Jezus geboren is als Jood. En die zien er toch ….”

Tijd om zijn zin af te maken had hij niet. Harrilson knalde erdoorheen met weer zo’n zin waar het uitroepteken als vanzelf erbij komt. Zijn praten was meer schreeuwen. Zijn bulderende stem, was perfect voor de kerkshow.

“Een Jood?! Jezus een Jood?! Belachelijk! Wie heeft je verteld dat Jezus een Jood was?! Wat een onzin! Hoe kan dat nou?! Jezus was wit! Dat zei ik toch net! Kijk dan naar ons beeld in de kerk! Of hier deze schilderijen van de kruistocht! Of denk je dat hij bleek ziet van het tillen van dat kruis, of de spijkers in zijn hand?! Denk je dat die kunstenaars van alles erbij verzonnen hadden?! Tuurlijk niet! Jezus was blank, precies zoals ik net zei tijdens de mis! Met blauwe ogen! Dat is het beeld wat wij van hem hebben. Dat is het beeld wat klopt! Weet je wie er dingen verzinnen?! Jullie!! Jullie wetenschappers!”

Het laatste woord werd schamperend uitgesproken terwijl hij zich voorovergebogen had naar de mannen toe. Smith wilde wat zeggen, want hij had een stuk uit Johannes in zijn hoofd, die iets zei over het uiterlijk van Jezus. Maar Harrilson hoorde hem niet en brulde verder.

 “Die theorieën van jullie! Daar is een hoop mis aan! Dat kun je al horen, aan hoe ingewikkeld het is, dat je ervoor moet studeren!”

Hij hield even stil. Het was namelijk wat gevoelig voor Harrilson dat hij weliswaar zichzelf dominee noemde, maar nog nooit gestudeerd had. Hij was een matige verkoper geweest van een bepaald merk snoep. Het geld stroomde niet bepaald binnen. Maar toen had hij een idee, een visioen. Samen met een flinke hypotheek had hij geïnvesteerd in de kerk. Vanuit het niets was er in het kleine dorpje Nazareth een enorme kerk gebouwd. Hij was de voorganger en had een dominee uitgenodigd om preken te doen. Maar na een paar maanden zette hij de echte dominee aan de kant en ging zelf preken.

“Het is toch duidelijk dat er heel veel mis is met die ‘theorie’ van jullie! Kom op zeg!”

Hij streek nog eens door zijn haar, keek naar de kont van zijn vrouw, toen naar buiten, naar de parkeerplaats waar een rij auto’s een file vormde bij de uitgang.

“Morgen ga ik het vertellen! Ik heb een theorie, waarvan ik vandaag een tipje van de sluiter heb opgelicht! Je weet wel, aan het einde! Geweldige opbouw! De mensen zaten op het puntje van hun stoel! Nu gingen ze het horen! Het ware verhaal! Geweldig. Dat van die Vikingen! Dat is wat mensen willen horen! Zij willen gebonden worden aan hun held! Hun held Jezus! Het moet als het ware hun buurman kunnen zijn! Geen mannetje van ergens ver weg. Dat Israël is toch een mislukking! Kijk nu dan wat daar gebeurt! Nee, we moeten onze ogen afwenden van Israël! We moeten op zoek naar een verhaal dat aanslaat bij de doelgroep! Niet ingewikkeld! Simpel! Voelen! Dichtbij! En niemand kan ontkennen dat de Vikingen hier het eerste waren, hier in Amerika hè. Ver voordat Israël ook maar bestond! Waar toch?! Nou, ik zeg het ze gewoon zoals ik denk! Die gasten waren hier ver voor het jaar dat Jezus geboren werd! Ver daarvoor! Geniaal toch! Grote blanke mannen, met blauwe ogen!” Hij knikte even naar Jezus op een van de schilderijen.

“Tadaa! Zo makkelijk is theologie! Je moet het alleen willen zien! Begrijpen komt daarna eigenlijk heel simpel!”

Vol triomf keek hij naar de twee mannen. Die keken terug, met fronzen in hun oude gezichten.

Hij zegt het alsof wat hij bedacht waar is, dacht Conway verbijsterd. En hij herhaalt het gewoon net zolang, totdat anderen dat ook denken. Maar nog erger. Het werkt. Mensen die de kerk uit liepen, waren vol verwondering over zijn leugens. En herhaalden wat hij zei. Ik stond erbij en kon er niets aan doen.

“Zo, dus eh, wat wil je ze morgen op eerste kerstdag vertellen?”, vroeg Smith met een benepen stemmetje.

“Ik zal het je nu vertellen”, zei Harrilson met gewone stem, terwijl hij dacht dat hij fluisterde.

“Morgen ga ik ze vertellen over het lijden van Jezus”, hij keek de mannen veelbetekenend aan.

“Okay”, zei Smith. Dat kon geen kwaad in zijn ogen. Jezus had veel geleden. Goed om daar nadruk op te leggen. Dat gaf goede mogelijkheden voor bruggetjes naar de personen die luisterden.

Harrilson strekte zijn rug en stond theatraal voor de mannen. Hij ging helemaal in de presenteer stand.

“Lijden kan niet in een warm land. Daar schijnt elke dag de zon, iedereen tevreden! Dat kun je op geen enkele manier verkopen! Nee! Nooit! Jezus leed al bij de geboorte. Die kribbe in de sneeuw die op het podium staat, morgen trouwens met echte dieren en een Levende Jozef en Maria! Die zingen nog een stukje Ave Maria of zo. Die sneeuw ligt er niet voor niets! Het is ook december, als die geboren wordt! Dan ligt hier altijd heel veel sneeuw! Die sneeuw laat het jonge lijden van Jezus zien! Ligt er ooit sneeuw in Israël?! Nou, mooi niet! Waar ligt er wel sneeuw?! Hier! Hier in Amerika! Heel veel en heel vaak sneeuw! Dat kan toch geen toeval zijn! Morgen ga ik het ze vertellen! Mijn visie, mijn waarheid, mijn visioen! Jezus was een Amerikaan! En jullie willen bewijzen hebben! Jaja, daar heb ik me toch een pak bewijzen! Hoeveel Bethlehem zijn er in Israël?! Nou ik zal het je vertellen! Geen een! Die ligt in Palestina! Allemaal moslims daar! En hoeveel Bethlehemmen zijn er in Amerika?! Nou?! Vijf!! Echt waar! Vijf Bethlehem in ons mooie Amerika! Maar nog mooier! Er is maar 1 Nazareth in Israël! Eentje maar! En wij! Wij hebben er weer vijf! Niet geheel toevallig lijkt me! Wij hebben van allebei de meeste! En we hebben ook woestijnen! Woestijnen komen vaak voor in de Bijbel hoor! En bergen! Ook heel veel bergen! Daar offerde Jezus toch dat schaap in plaats van zijn zoon?! Wij Amerikanen zijn afstammelingen van Jezus! Ik zeg het je! Het is waar!

Langzaam stonden Conrad en Smith op. Ze keken elkaar aan. Even leek het alsof Conrad iets wilde gaan zeggen. Even leek het alsof Smith het durfde om Harrilson zijn ontslag in te dienen. Iets wat hij zo graag wilde. Hij kon het niet meer aanhoren. Maar het moment was alweer voorbij. Ze draaiden zich halfom en knikten naar de vrouw bij het raam.

“Nou, tot morgen dan hè”, zeiden ze min of meer in koor, met zachte stem. Ze liepen het kantoor uit, op weg naar hun auto.

“Wil je nog een wijntje schat?” zei ze tegen haar man met zachte stem, terwijl ze onderweg van het raam naar hem toe liep.

“Nou, lekker schat!”, hij keek nog half de 2 mannen na.

Ze hadden niet gezegd dat het niet waar was, dacht hij.

“Het wordt morgen een topdag!” Hij keek haar aan. Zij keek naar hem op.

“Absoluut, we zijn uitverkocht. De standaard kaartjes kosten 75 euro deze keer. Ik verwacht zo’n half miljoen kijkers. Ik heb een ander pak voor je laten maken. Het zal je vast bevallen.”

========================

Fijne feestdagen en een goed 2024

========================

Noot van de schrijver: Het gehele verhaal is verzonnen. Er bestaat geen Lutheric Catholic Church Broadcast Company of een soortgelijk genaamde kerk. Er zijn weinig beschrijvingen over het uiterlijk van Jezus in de Bijbel. Er is wel veel onderzoek naar gedaan. Die zeggen “iets” anders dan wat ik hier beschrijf. Er zijn inderdaad 5 Nazareths en 5 Bethelemmen in Amerika. Misschien wel meer. Alle gelijkenis met mensen in het nieuws is natuurlijk ontzettend toevallig. 😉

Noot 2 van de schrijver. Dit verhaal komt voort uit een soort van traditie die lang geleden is ontstaan. Mijn moeder vertuurde altijd heel veel kerstkaarten naar kennissen en familie. Ik stuurde toen naar mijn vrienden een kerstbrief ipn een kerstkaart. Mijn moeder vond dat zo leuk dat ze later ook die kerstbrief verstuurde. Ik mocht het ook een paar keer voorlezen bij het kerstdiner op mijn werk. Tegenwoordig stuur ik het via mail en sociale media de wereld in en app het naar de mensen die dicht bij me staan. En dat is altijd weer spannend.

Noot 3 van de schrijver. Ik liet vroeger de kerstbrief ooit eerst redigeren door een collega Nederlands (super bedankt Jenny voor al die wijzigingen), of mijn zwager Rob, of Algra (omdat ze eentje wilde publiceren in een schrijven vanuit een kerk), of wie ik maar kon strikken. Dat is deze keer niet gebeurd. Dus mocht je fouten spelling zien of spelfouten, kan dat altijd naar mij gestuurd worden. Ik pas het dan aan.

Geplaatst in Uncategorized | Tags: , , , | Een reactie plaatsen

Kerstbrief 2022

In een verleden schreef ik kerstbrieven en mijn moeder verstuurde die dan naar talloze vrienden in plaats van een kerstkaart. Ik deed dat natuurlijk ook naar mijn vrienden. Maar na vele jaren stilte heb ik sinds een paar jaar de moed weer te publiceren. Dit is de bijdrage van dit jaar. Maar niet meer verstuurd via de post, maar dus via dit medium.

Zwart gat.

Er was bij de NASA lang over gepraat maar onder druk van media en stake holders was het toestel “MARS Explorer” toch eerder dan gepland op weg gegaan. De ME zat vol met de modernste snufjes en was ontworpen met de gedachte om snel te zijn en heel veel te kunnen vervoeren. Het was dan ook het grootste ruimtevaartuig ooit gebouwd. In het vaartuig was een groep pioniers verzameld, die de eerste bewoners van Mars zouden worden. Als je NASA moest geloven waren zij de eerste van miljoenen mensen die ooit dezelfde weg zouden gaan.

De lancering ging via een ingewikkeld systeem van verschillende units die met ballonnen naar het randje van de dampkring van de aarde werden geleid. Daar werden ze met een soort haak en een kleine straalraket buiten de dampkring getrokken. Zwevend rond de aarde werd ME in elkaar gezet en na jaren was het zijn tocht beginnen.

In het ruimtevaartuig zaten de actieve bemanningsleden in de cockpit voor hun uit te staren. In ploegendienst werden ze ingezet om te zorgen dat de computer hun op de juiste plek zou brengen: Mars. In het begin was het besturen een spannende klus geweest. Je hoefde weliswaar niet veel te doen en vooral controles uit te voeren en die door te geven aan de NASA-HQ, toch had je het gevoel iets nieuws te doen en bij een unieke gebeurtenis betrokken te zijn. Maar na een paar maanden was de opwinding er wel vanaf. Ze zaten er weliswaar met 3 personen, maar met een paar blikken op de controle schermen, controle van de positie en het controleren van het overige personeel, was het werk toch wel gedaan. Er begon enige verwaarlozing op te treden en erg nauwkeurig werd er niet meer gekeken.

Er waren belangrijker zaken op dit moment te bespreken. Zoals het vieren van Kerst.

“Het zou toch leuk zijn als we een kerstboom hebben in de kantine”.

“Wat jij wil, Steve. Geef mij maar een flink stuk vlees op mijn bord”, aldus een wat stevige man met blond krullend die Björn heette en inderdaad uit Zweden kwam.

Steve, een diep religieuze Amerikaan, liet het hier niet bij.

“Dat vlees is bijzaak. Het gaat om de boodschap. En de kerstboom geeft een hele goede boodschap. Van vruchtbaarheid en hoop. De bomen zijn er al. Ze zijn keurig in de “hatching room” aan het groeien. Sommige zijn al 2 meter groot. Ik heb gevraagd en de biologen willen wel 1 klein boompje afstaan.”

Een Aziatische vrouw die onderuit gezakt naar de mannen keek zuchtte nog eens. “Het kan toch allebei”, zei ze. “Weet je wat? Waarom gaan jullie die boom niet even halen en in de kantine zetten. Hier is toch niets te doen. Dat niets doen lukt me heel goed alleen”.

De mannen keken elkaar aan en knikten. Ze vonden het een goed idee. Ze gingen meteen op weg naar de HR.

Chi keek naar buiten. Sterren zover als ze keek, met de zon als baken. Net als veel van de andere astronauten had ze een basiscursus gekregen voor controleren van de gegevens. Ze was geen specialist. Die hadden hun werk bij de lancering en montage gedaan. En zouden de laatste week worden ingezet voor en bij de landing.

Chi had dan ook niet door dat de richting van het vaartuig was veranderd. Lag Mars al die maanden in het midden van het ovale gebogen raam. Nu was de planeet 10 graden naar links verschoven. Daarnaast had ze kunnen zien dat de snelheid behoorlijk aan het toenemen was. De controle apparatuur reageerde niet. Het had te maken met een klein foutje in de programma’s, die wel kleine veranderingen direct doorgaven, maar bij veranderingen die groter waren dan een bepaalde waarde werd eerst een controle uitvoerde bij alle sensoren. Helaas was er vergeten om daarna de code te programmeren die een melding stuurt dat er een groot probleem is. Op een monitor werd een keurige rode waarschuwing gegeven, maar Chi zag die niet, doordat ze naar buiten staarde.

Toen Björn en Steve na een paar uur terug kwamen, waren ze zo blij dat ze Chi mee troonde naar de kantine. Daar stond trots een boom versiert met de spullen die ze gevonden hadden in ME. Zoals elektriciteitskabels als slingers, dennenappels, appels en tomaten als ballen, poedersuiker voor het sneeuweffect, het zat er allemaal in. Een Roestvrijstalen soeplepel diende als piek. Chi keek er kritisch na en liep er een paar keer omheen.

“Mooi gedaan jongens, lekker vrolijk. Daar zal de crew blij van worden”.

De mannen gingen helemaal rechtop staan van trots. Chi was populair en een compliment van haar deed je als man groeien.

Op hun gemak liepen de 3 terug naar de cockpit. Ze zouden over een uur afgelost worden. Ze praatten wat en keken toen ze in de cockpit waren amper op de instrumenten. Wel keken ze naar buiten. Steve merkte op dat het wel leek alsof ze sneller gingen dan een paar uur geleden. Automatisch keken ze alle drie naar de monitor waarop foutmeldingen zouden verschijnen. Daar was slechts 1 melding te zien. Steve klikte het aan.

“Er is een afwijking gevonden die groter is dan verwacht. Er vindt een controle van het systeem plaats”, las Steve op. Hij klikte het weg. Direct verscheen hetzelfde bericht opnieuw in beeld. En dat elke keer weer als hij het weg tikte.

“Dat is volgens mij niet goed”, zie Björn. Chi was al verdwenen om de specialisten op te halen.

De drie specialisten keken vertwijfeld naar de monitors en wanhopig naar buiten. Mars was opgeschoven in het beeld zodat je nog net op het grote raam te zien was aan de linkerkant. Ze hadden al de drie “amateurs” uitgefoeterd. Maar dat had alleen schuldige blikken opgeleverd. Recht voor hun was een klein stukje ruimte waar geen sterren of planeten zichtbaar was. Dit stukje werd heel snel steeds groter. Het was rond zonder dat het zelf rond was. Als een optische illusie, waarbij de omliggende stipjes zorgden voor een vorm. Maar wat heel duidelijk was, was de kleur. Die was donkerder zwart dan de omliggende ruimte.

“Helemaal leeg”, stamelde een van de experts.

“Shit”, zei een ander.

“ME reageert niet op mijn commando’s, die ik invoer.” zei de derde. “Ik kan alleen die melding verwijderen als ik alles opnieuw opstart. Maar dat kan niet onderweg. Dat had op aarde moeten gebeuren.”

Er stond hun nog maar één ding te doen. Een bericht naar HQ sturen:

We zijn op weg naar een zwart gat, die wij niet eerder hebben gezien. Hoe die hier ontstaan is, weten we niet. Wel dat we niet meer de koers van het schip kunnen veranderen. We sturen jullie de foutcode mee met dit bericht. Gelieve de software voor het volgende schip aan te passen.

We zullen de crew verzamelen in de kantine en ze op de hoogte brengen van onze onzekere toekomst.

Wij wensen jullie een fijne kerst.

Het schip schoot het zwarte gat in. Van het schip is nooit meer wat vernomen.

Geplaatst in Uncategorized | Tags: , | Een reactie plaatsen

Kerstbrief 2020

In een verleden schreef ik kerstbrieven en mijn moeder verstuurde die dan naar talloze vrienden in plaats van een kerstkaart. Ik deed dat natuurlijk ook naar mijn vrienden. Maar na vele jaren stilte heb ik sinds een paar jaar de moed weer te publiceren. Dit is de bijdrage van dit jaar. Maar niet meer verstuurd via de post, maar dus via dit medium.

Kribbe

Alles begint vaak heel klein. Denk aan het ontstaan van het heelal, een rapport, geloof of liefde. Het begint met een stukje zand en na vele jaren heb je een heelal. Dat eerste woord kan uiteindelijk een mooi rapport opleveren. Een fluistering in je oor. Een bewustwording van iets of iemand anders. En voor je het weet ben je verliefd of gelovig.

Maar ook het leven. Een paar cellen is al voldoende. Samen niet veel groter dan een speldenknop. En die vormen een samenwerking en gaan zich delen. Deling na deling wordt het groter. Dan is het een hol bolletje, dan een niervormig bolletje. Later lijkt het alsof iemand de cellen als klei gevormd heeft. Als je mee zou kunnen kijken zou je langzaam een voor- of achterkant kunnen zien. Je ziet iets wat ooit ledematen of een hoofd moet gaan worden. Ergens in het midden misschien een staart. En je zal kunnen zien wat de vorm van de oren is, of hoe de ogen staan in het hoofdje. Weer later kun je herkennen of het wezentje een mannetje of een vrouwtje wordt. Met wat geluk komt er een dag dat het klaar is en maakt het zijn omgeving duidelijk dat het veel te krap is geworden. Het wil eruit. Wat meestal ook wel lukt, zij het altijd met moeite.

De ene keer vindt de geboorte plaats op een plek met luxe. De andere keer is het bijzondere ogenblik vaak buiten of … in een stal. Voor de ezel was het alweer een tijdje geleden dat ze geboren was. Dat was inderdaad in een stal. Ze had een redelijk goed leven op een plek waar het niet vaak koud was. Haar werk was zwaar maar goed te doen. Haar baas was streng en veeleisend, maar niet onaardig en zorgde voor genoeg eten.

De gedachten van een ezel zijn voor mensen moeilijk te bevatten. Ik heb geen idee hoe een uitdrukking in een hersencel van een ezel eruit ziet. Misschien zijn er in die cellen geen beelden, maar geuren. Misschien wordt de omgeving ingedeeld als wat eetbaar is en wat de ezel wilt eten. Maar als haar gedachte woorden zou kunnen bevatten, zou het zich in simpele waarnemingen uitdrukken. Woorden als voedsel, wind, water, warm of koud. En als er een woord bestond voor “wie kan me even net achter mijn voorpoot krabbelen?”, dan hadden ezels dat waarschijnlijk vaak gebruikt. Zou een ezel zich kunnen verwonderen? Want de komende dagen gaven de ezel genoeg reden voor verwondering.

De ezel was moe. De hele dag had ze door de stad gelopen. Het begon al donker te worden. Haar baas had met vele mensen gepraat en elke keer liepen ze weer door. Ze was toe aan gras. Zelfs droog gras vond ze nu niet erg. Water zou nu ook heerlijk zijn. Haar hoofd liet ze hangen. De vrouw was niet zwaar. Na deze lange reis voelden zelfs de vlooien op haar rug zwaar aan. Haar baas was weer een huis binnen gegaan en kwam nu naar buiten met een andere man. Deze hield een lantaarn in zijn hand. De man leidde hen met zijn licht naar een plek achter het huis. Daar stond een stal. Ze richtte haar hoofd op en keek naar de deur van de stal. Stallen zijn voor ezels vaak goed nieuws. Vooral als het op eten en drinken aan komt. De staldeur werd geopend. Haar baas leidde haar naar binnen en liet de vrouw afstijgen. De andere man gaf de lantaarn. Haar baas dankte de man.

In de stal was weinig ruimte. Maar toch vond haar baas een plekje. Er stond een schaap en op de grond was een koe haar eten aan het herkauwen. Concurrentie voor het kleine beetje hooi wat er lag in de kribbes en het water in een vuile emmer. Ze wilde niet klagen. De ezel was al haar hele leven slecht in klagen geweest. Uiteindelijk kauwde ze tevreden op het hooi.

De vrouw zuchtte en steunde. Naarmate de nacht vorderde werd dat steeds meer. Haar baas hielp de vrouw zoveel hij kon. Maar de ezel hoorde ook zijn zuchten en steunen. Hij was ook niet meer de jongste. Het steunen zal zijn vermoeide lijf zijn, maar het zuchten klonk als zorgen. Gelukkig was er een heldere ster die door het raampje van de stal naar binnen scheen. Daardoor kon haar baas goed zien wat hij moest doen en zijn lieve vrouw helpen zoveel hij kon.

Toen viel de ezel in slaap. Overmand door vermoeidheid van een lange reis. Ergens in de nacht werd ze even wakker van het zachte huilen van een baby. Ze was zelf nooit moeder geweest. Toch deelde ze de pijn en de trots van de moeder. Ze balkte bemoedigend naar de moeder en de baby en sliep verder.

Het was een drukte van belang. In het kleine stalletje waren nu meer mensen dan dieren. Buiten hoorden de ezel het geknor en gesnuif, dat bij kamelen hoort. Binnen waren 3 mannen gehurkt voor het kribbetje, waar het kindje in lag. Eerst had de Ezel dat niet zo’n goed idee gevonden. Nu moesten het schaap, de koe en de ezel gebruik maken van nog een kleinere plek om het voer uit te eten. Maar ook een ezel heeft zijn zwakke plek als het om baby’s gaat. Het was een beetje inschikken.

De mannen roken lekker en hen kleren glinsterden in het zachte zonlicht. Ze praten veel en met zware stemmen. Maar de taal klonk duidelijk anders dan de taal van haar baas en de vrouw. En toen ze vertrokken lagen er dingen op de grond waar druk over gepraat werd door de vrouw en haar baas.

Het praten en de bewegingen van de mensen maakte haar onrustig. Als mensen praten op een bepaalde manier betekent dat niet veel goeds. Woorden die snel achter elkaar uit hun monden kwamen betekende vaak dat je niet hard genoeg werkte. Dat was nu niet aan de orde. Wat het ook kon betekenen was een snel naderend vertrek. Praktisch als ezels zijn trok ze met haar tong snel nog wat hooi uit de kribbe.

Geplaatst in kerstbrief | Tags: , | Een reactie plaatsen

Kerstbrief 2019

In een verleden schreef ik kerstbrieven en mijn moeder verstuurde die dan naar talloze vrienden in plaats van een kerstkaart. Ik deed dat natuurlijk ook naar mijn vrienden. Maar na vele jaren stilte heb ik sinds een paar jaar de moed weer te publiceren. Dit is de bijdrage van dit jaar. Maar niet meer verstuurd via de post, maar dus via dit medium.

(Aangezien het een kort verhaal moet zijn, is de beschrijving van de kleren en de omgeving summier. Ik hoop dat jullie zelf genoeg fantasie hebben om dat er bij te bedenken)

Jezus (Een Amerikaanse droom)

25 december 1900 na Christus

In een klein huisje bij een mijn in een berg hoorde je het gegil en gekreun dat gepaard gaat met een bevalling. Buiten liep een forse man met een flinke baard en vuile kleren heen en weer. In zijn hand hield hij een schop met een lange steel vast, waarmee hij tijdens het ijsberen, even op de grond tikte. Het metaal weerkaatste tegen de berg en klonk als een valse klok. Zijn laarzen klonken hol en zacht tegelijk. Binnen werd het stil en de man stopte met ijsberen en keek naar de deur, hopende op nieuws. Zijn ademhaling zorgde voor het enige geluid, tot de deur open kierde.

De buurvrouw die als vroedvrouw had geholpen, stak haar hoofd door de kier naar buiten en zei: “Tis een jongen.”
“Jezus”, zei de man. Hij was altijd al gelovig geweest en in Amerika was dat alleen maar meer geworden. Hij keek dankbaar naar boven en deed een dankgebed.
De vroedvrouw knikte een keer goedkeurend en verdween weer het hutje in en sloot de deur.

Ergens in 1910

De moeder van de jongen keek naar hem met een zekere minachting. Het was altijd wat met dat joch. Hij keek de hele dag blij, maar had nooit de behoefte wat te doen. Als ze vroeg wat hij ging doen, zei hij: “Ik ga denken, mam”. En dan straalde zijn hele gezicht. Bij de meeste klussen vergat hij halverwege wat hij moest doen. Zo kon het heel lang duren voordat hij het water bij de put gehaald had, omdat hij in de put staarde en de emmer vergat. Een boodschap naar zijn vader in de mijn, was gedoemd nooit aan te komen. De dozen met dynamiet mocht hij niet meer sjouwen, omdat hij ze al een paar keer had laten vallen. Het had uren geduurd voordat de staven waren gevonden. De laatste vonden ze toen de jongen ze verheugd liet zien. Hij had ze al die tijd in zijn handen gehad.

Slaan en schreeuwen had geen invloed op de jongen. Wat in die tijd toch hoorde bij een normale opvoedkundig, vooral van de moeder. De vader kon nog wel eens zuchten terwijl hij de jongen aansprak. En dat leek nog wel het meeste te helpen.

25 december 1910

Jezus, wat heb je met het water gedaan?” riep zijn moeder tegen hem terwijl hij vlak naast haar stond.
“Niets mam, ik heb het alleen gezegend, met ongeveer dezelfde woorden als papa tijdens het eten. Ik zegen deze spijzen, het water”.
“Nou, moet je kijken. Tis helemaal vies rood! Dit moeten we weg gooien.”
“Waarom mam, het smaakt best lekker. Het heeft wel iets fruitigs.”

Die avond werd gezellig in het hutje toen de patrijs werd afgeblust met het water en het gezin niet van het water af kon blijven. De jongen ging met hoofdpijn naar bed.

25 december 1915.

Zijn vader kon maar niet het beloofde goud vinden en had maar een klein beetje graan weten te kopen. Drank hoefden ze niet meer te kopen. Soms wisten ze het water bij Jezus weg te grissen. Dan kon er ook gewoon gekookt of de was worden gedaan. Al leken de kleren van Jezus bijna niet vies te worden. Net zoals zijn blanke huid ook bijna niet gebruind werd. En altijd maar die glimlach. Maar het eten was belangrijk. Dus bakte de vrouw van het meel een vijftal kleine broden. Ze vroeg Jezus om vier broden op te bergen. Een brood moest hij in stukken breken, voor het avondeten, wat bestond uit een slappe soep met een bouillon en groente. Toen ze aan tafel gingen zat Jezus tevreden voor zich uit te staren. Naast elke houten mok lag een brood.
“Maar je zou ze toch breken?”, zei de vrouw boos.
“Heb ik gedaan. En toen gezegend”.
“De vrouw stormde naar de voorraadkast om daar de vier andere broden te zien liggen.”
“Jezus”, zei ze.
“Ja, moeder?”.
“Nee, nee, niet jij”, mompelde ze.

25 december 1916.

“Hoe kom je nou aan die vissen?” zei ze boos, maar ook totaal verbaasd. Met droogte hadden zij altijd water gehad uit de put.  Be broden raakten nooit op. Iedereen vroeg zich af hoe het kon dat zij altijd van die lekkere wijn hadden. Die werd flink gekocht. De boom bij het huis had altijd bladeren, zelfs als er vijgen aan hingen. En nu dit weer.
De jongen keek haar minzaam aan, zoals alleen hij dat kon. “Moet ik ze weer terug doen in de put, moeder?”
“neuh,” zie de moeder, die wel inzag dat je zo’n voordeeltje niet moest laten liggen en ze slofte met de vissen naar binnen om te koken.

Juni 1918

Het was ondanks de droge woestijn in de omgeving koud toen Jezus met zijn vader de mijn in liep. Zijn vader was duidelijk oud aan het worden en hij probeerde echt wel te helpen, maar er was zoveel te voelen. De lucht, de hemel, de grond, de mensen. Maar dat van die mensen aanraken deed hij niet meer. Dat dorpje was zo van streek toen die man uit zijn rolstoel sprong. Gelukkig hadden ze zijn hand op de schouder van de man niet gezien. Hij vond het vervreemdend. Zijn moeder had last van staar gehad, maar die was ook weer verdwenen. En hij kon het niet van zich af zetten dat het kwam omdat hij in de buurt was. De wereld was verwarrend en die “wonderen” voelde helemaal niet als wonderen.

Dat met die cowboys die hun goud wilde inpikken was nog vervelender geweest. Ze schoten dreigend in de lucht en lieten hun allemaal plat in het zand liggen, met hun gezichten naar beneden. Ondertussen gooiden andere cowboys alle spullen in het huisje naar buiten, op zoek naar het goud. Maar na veel dreigementen begrepen ze dat er niets te halen was. Toen keken ze naar zijn moeder en zag hij de angst in haar ogen. Als vanzelf bad hij tot de lieve God om vergeving en of hij voorkomen wilde dat er iets ergs met zijn ouders gebeurde. Eerst gebeurde er niets en de mannen stapten naar zijn moeder, die weg probeerde te kruipen. Toen ineens een enorme windvlaag de mannen meters ver weg deed tuimelen. Gekneusd en woedend stonden ze weer op, om meteen daarna door een nieuwe storm weggeblazen te worden. We hebben ze nooit meer gezien.

En nu liep hij in de mijn. Alleen het licht van de mijnlamp zorgde ervoor dat hij zijn vader voor hem kon zien. Kromgebogen met zijn rug en steunend op zijn pikhouweel slofte de man verder. Al gauw waren ze bij het einde van de tunnel en ging zijn vader aan het werk.

De jongen stond op het punt de stenen die zijn vader losgeslagen had weg te halen en in de kruiwagen te laden, toen hij afgeleid. Hij liep een mijngang in en voelde aan de wand.
“Vader, probeer hier eens.”
“Daar zit niets, daar heb ik al vele monsters genomen”.
“Ah toe, pa.

Zuchtend liep de man naar de plek waar de jongen stond. Ze stonden dicht bij elkaar en de jongen rook het zweet van zijn vader. Hij wees waar hij wilde dat zijn vader ging hakken. De man sloeg met zijn pikhouweel zonder veel kracht en vertrouwen in de stenen. Maar de jongen stond naast hem en keek alleen maar naar die plek. Het leek wel alsof hij verder keek dan de rand van de wand. Alsof hij daar iets verwachtte. Na nog een paar keer hakken, schudde de man zijn hoofd. Hij liet het houweel zakken. Maar Jezus knikte alleen maar en wees.
“Jezus”, zei zijn vader. De jongen zei niets. Zoals altijd werd hij niet bedoeld.

24 december 1918.

Joshua en Mary liepen de bank binnen. De jongen bleef voor de bank wachten.
Een uur later kwamen ze naar buiten. De deur werd door een knikkende klerk voor hun opengehouden.

Het geld dat op de bank gezet was een enorm bedrag. Een klein deel van het geld zat veilig in de zakken van Joshua. Dat was bedoeld voor de komende dagen en de reis die zou komen. Ze zochten in het stadje een mooi hotelletje en een luxe restaurantje, waar ze met kerst lekker zouden gaan eten.

25 december 2018

Jezus keek naar zijn moeder en zag voor het eerst geluk in haar ogen. Het kon ook hebzucht zijn, maar Jezus wist niet wat dat was. Zijn vader zag er ook gelukkig uit, straalde van oor tot oor, maar zei niets, terwijl zijn moeder kwebbelde over hoedjes, jurken, huisjes in Europa, sieraden en alle andere dingen die ze nu kon kopen. Geen moment had ze het over haar zoon of haar man.

Bij het voorgerecht boog zijn vader naar voren naar zijn zoon tegenover hem aan de tafel. Hij wist te voorkomen dat zijn baard in de kalfsoesters kwam en hij niet de zilveren kaarsenstandaard om ver duwde.
“Zoon, wil je deze keer niets zegenen? Ik wil proeven zoals we het zelf hebben verdiend.”
De jongen verslikte zich in de champagne en zei zachtjes: “Sorry pa, te laat.”
Hij glimlachte nog, maar zijn vader had het al niet meer gezien.


Eerdere kerstverhalen/brieven zijn onder de tag Kerstbrief te lezen.

Geplaatst in kerstbrief, Uncategorized | Tags: , , , | 2 reacties

Kerstboom (kerstverhaal)

Het is er eentje uit de oude doos. Maar weer een beetje actueel geworden omdat ik het als verhaal tijdens de kerstlunch op mijn school mocht voorlezen. En ach, dan kan ik het net zo goed ook nog even hier pluggen.

=============================================

Kerstboom

donderdag, 20-12

Dag meneer, hang uw jas maar op dat gele haakje hoor. Die zijn namelijk voor de bezoekers. De rode zijn voor het personeel. Gaat u eerst lekker zitten in dié stoel. Mijn naam is Door. Zo, vertelt u het maar, waarom bent u bij ons binnengelopen?

U heeft een probleem?

Ja, haha, de meeste die hun jas op een geel haakje hangen komen hier met een probleem. Maar er is geen probleem zo groot of het kan opgelost worden hoor, dus verteld u het maar rustig, wij hebben geen haast.

U heeft een hekel aan kerstbomen?

Zo eentje met ballen en een piek en lichtjes enzo. U denkt dat dat niet vaak voorkomt. Nou dat heeft u mis hoor. U bent de derde vandaag. Het heerst rond deze tijd zal ik maar zeggen. We hebben speciaal voor uw geval een formuliertje gemaakt, een groene. U vindt de kleur niet zo slim gekozen? Maar het moet ook voor ons herkenbaar zijn hoor, meneer. Laten we bij het begin beginnen.

Wat is uw naam?

U wilt liever anoniem blijven? Maar meneer, dat kan echt niet hoor, als u nou terug komt en wij willen uw gegevens opzoeken, dan wordt om uw naam en adres gevraagd. Ok, dan geeft u alleen uw adres en zet ik bij naam “anoniem”. Zegt u dat wel even als u weer komt? Dat belooft u? Okay.

Wat vindt u het ergst aan die kerstbomen, meneer?

De ballen. Dat is wel heel kort hoor, kunt u daar ietsiepietsie op in gaan? Die horen niet in de boom, U vindt ze lelijk, als u bij andere bent dan heeft u zin om ze uit de boom te rammen, ze moeten besneeuwde denneappels voorstellen, maar sneeuw is niet zilver glimmend. Niet zo snel meneer, want zo snel kan ik niet schrijven. En de booom vindt u ook onzin, heeft niets met kerst te maken en die liedjes zoals “OH DENNEBOOM, OH DENNEBOOM” vindt u ook niets. Meneer, u heeft een zeer respectabele stem hoor, zoals u even kort dat liedje zong, héél indrukwekkend.

Wat is er verkeerd aan dat liedje, meneer?

Die boom is geen denneboom? Maar wat is het dan wel? Als ik vragen mag. Ik heb niet zoveel verstand van bomen. Oh, een spar…wat is het verschil dan tussen een spar en een denneboom. Oh, sorry, den. De naalden? Oh, van een spar zijn de naalden korter dan die van een denneb.. den. Nou niet zo boos worden omdat ik een verkeerd woordje zeg, iedereen maakt wel eens fouten. Ja, ook al is het dan wel mijn vak.

Heeft u zelf een reden bedacht, waarom u zo furieus wordt van die kerstbomen?

U vindt het heel erg dat een boom speciaal voor de mensen van zijn kluit wordt gescheiden met een zaag, wordt volgehangen met ballen en slingers en soms ook nog met sneeuw uit zo’n spuitfles. U vindt het harteloos van de mensen die ze verkopen en kopen. Uw vrouw koopt ook elk jaar een kerstboom en tuigt die samen met de kinderen op. Dat laatste vindt u wel het ergste hè. U wordt helemaal rood. Wacht u maar even. kunt u even bijkomen. Hier heeft u wat water. Droogt u maar uw tranen, meneer. Wat zegt u? U wilt even uw neus snuiten, hier heeft u een papiertje. kunnen we weer verder? goed dan, ik zal het verder kort houden hoor.

Dus eigenlijk heeft u geen hekel aan de bomen maar aan de mensen die ze aanschaffen en optuigen? Heb ik dat goed begrepen?

Ja. Laat mij eens even denken, ik denk dat ik het door heb hoe het bij U in elkaar steekt. U vindt een boom zonder kluit, als een mens zonder hart. De bomen zijn dus, bij wijze van spreken even harteloos geworden als de mensen die ze kopen en omdat u die mensen haat, maar bang bent om die mensen kwaad te doen zoekt u een uitweg en haat u daarom de bomen. Zit het zo? Ja? Gelukkig, anders had ik het ook niet geweten, hoor meneer. Het is toch mijn werk, nietwaar? U vindt het zelf gek dat u zo denkt? Dat valt best wel mee hoor, meneer. Ik stel het volgende voor. U praat hier zo snel mogelijk over met uw vrouw en we maken een afspraak voor volgende week met u én uw vrouw. Gedrieën komen we er best wel uit. U bent alweer een beetje opgelucht zie ik. U bent blij dat ik wat tijd voor u maakte? Geen moeite hoor, meneer en als u echt in de rats zit dan belt u maar, meneer.

Maandag, 24-12

Wat zeg je, Door? Kreeg je een telefoontje van de politie. Een man heeft zijn vrouw met ballen en slingers behangen? Wat, ging er iets fout met de lichtjes. Ojee zeg, ik moet er niet aandenken, kortsluiting zeker. Maar waarom komen ze jou dat vertellen? Hij zei jouw naam tegen de politieagent en dat jij het ze kon uitleggen? Oh, hij is een client. Tja, pijnlijk. Hoe is het met hem? Hij zit in een cel. Triest hè? Wat roept hij steeds? Eindelijk een kerst zonder zo’n rotboom. Tjaa, mannen. En woensdag komt de politie hier? Voor het naadje van de kous zeker?

Hij heeft het in ieder geval naar buiten kunnen brengen en er is wat stress losgekomen, dat moet je toch als een plus zien. Nou, Door, maak je er niet al te druk over. Over bomen gesproken. Het is al bijna kerst zeg en ik heb nog geen dennenboom gekocht. Dag Door, Prettige Kerstdagen en ook een Gelukkig Nieuwjaar.

(naar een verhaal van Marijke Höweler, ik heb het geschreven in 1991 als vervanging van een kerst kaart)

Geplaatst in kerstbrief, Uncategorized | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Examen biologie examen VMBO-tl 2018 overleg via googledrive

googledriveDe afgelopen 4 jaar zijn een aantal collega’s met elkaar in discussie gegaan na de examens biologie voor het VMBO-tl examen via een Googledocument . Het wordt als heel prettig ervaren. De NVON heeft al veel meer jaren een zeer nuttige kringoverleg, die zij publiceren op hun website. Deze worden georganiseerd in verschillende plekken in het land en zijn zeer belangrijk gebleken voor de discussies die je kan hebben met een tweede corrector.

Vorig jaar heeft een collega in de overleggroep het verslag meegenomen heeft naar de kringgesprekken. Onze opmerkingen zijn verwerkt in het verslag van het kringgesprek.

Daarnaast zet Carla in het forum van NVON een link.

Maar genoeg gezegd. Wil je dit jaar mee doen met ons kleine kringetje en snel mee kunnen spreken over de vragen van het examen? Dan is hier opnieuw je kans.

De docenten die vorig jaar al mee gedaan hebben, staan er al bij. Wil je ook mee doen, kun je in mijn contactformulier je email, naam en liefst ook school indien van toepassing. In de commentaren kan ook, maar zou ik persoonlijk niet doen. Mocht je dat wel doen, voeg ik je toe aan het document en verwijder ik daarna je commentaar.

Vorige jaren publiceerde ik het ook, onregelmatig op deze website, maar ik denk niet dat daar behoefte aan is.

Mocht je een ander vak of niveau geven en ook zoiets willen, dan kan ik je een leeg formaat leveren. Het zal vast ook met Onedrive, open365.io of welke andere cloudoplossing werken.

Voor andere vakken zijn er inmiddels ook docenten die vergelijkbare documenten maken.  Frans Droog maakt bestanden voor HAVO en VWO biologie.

Ik denk dat ik volgend jaar deze op het google drive ding van een groep biologen zet. Dat is een meer logische plek.

Geplaatst in Biologie | Tags: , , , , | 2 reacties

Ogen

Sommige docenten hebben dat. Van die ogen. Ogen, die alleen maar even hoeven te knipperen en leerlingen weten dat ze stil moeten zijn en luisteren. Ogen die zonder woorden kunnen vertellen dat het nu genoeg is. Ik denk zelfs dat docenten met zulke ogen die momenten waarop het genoeg is niet mee gaan maken. Je kijkt wel uit als leerling.

Ik heb die ogen niet. Het zal ook wel niet alleen de ogen zijn. Het is een totaal pallet aan non-verbale uitdrukkingen die ik in kleinere mate bezit. Terwijl ik  non verbaal veel gebruik en vaak bewust.

En ik vraag me wel vaak af of het een aangeleerde vaardigheid is of een erfelijke. Waarschijnlijk beide.

Sommige leerlingen hebben ook die ogen. Ze kijken me aan en ik denk: “die wil ik ook”. Niet letterlijk maar de figuurlijke. Het kunnen staren naar iemand en dat het effect heeft. Vriendelijk vragen duurt toch wat langer.

Nog zo’n ding. Ik had ze vroeger meer. Ze waren weliswaar niet een totale vernietiging, maar redelijke schade in het branie deel van de leerling wist ik nog wel te veroorzaken.

Maar ergens zijn mijn ogen zachter geworden. Minder donker en minder dwingend. Ik verdenk mijn kinderen er van dat effect te hebben. Sinds mijn eerste kind geboren is, neig ik meer naar goedmoedigheid. Het kan ook zijn dat het ouder worden invloed heeft. Is het de ziekte weemoed die mijn ogen beïnvloed, die de trekken in mijn gezicht zachter maakt? Ik weet het niet zeker.

Ik had ook een stagiaire, die later mijn collega werd. Die had het tot in haar botten. Jaloers was ik zeker. Wat een heerlijkheid lijkt het mij om met blikken te kunnen “stilte maken”.

Gelukkig bezit ik een flink stemvolume die ik misbruik (letterlijk) om stilte te krijgen. Maar schreeuwen om stilte is net zoiets als willen ademhalen onder water. Het is een tegenstrijdigheid. Ik probeer dat dus zo min mogelijk te doen.

Dan heb je de techniek van de rust en de stilte. Je staat of zit en wacht. De eerste keer dat je wacht tot de leerlingen stil zijn duurt lang. De volgende lessen drukt de stilte van “die man voor de klas” en gaan ze elkaar waarschuwen. Er valt een soort van adempauze, die je stilte mag noemen. Nog heel even wachten, dan start de les. Ik ben er een voorstander van. Het scheelt mij een hoop energie, het bespaart me mijn stem en de klas herkent mijn patroon. Zodra ik voor de klas ga staan of op een tafel ga zitten en mijn wachtende houding aanneem, zie je het effect op de klas.

Maar goed. Het ging over ogen. Ik ben onlangs bij een opticien geweest. Ik heb een leesbril nodig. Het idee dat ik voor de klas sta, kijkend over mijn bril, de klas in. Het is iets wat ik wil voorkomen. Ik vrees ook dat het me niet strenger doet lijken. Dus de aftakeling van mijn non-verbale krachten gaat verder. Ik moet op zoek naar andere onderwijskundige krachten om dat te compenseren.

 

Zijnoot: de website de lerende docent is afgesloten. In die zin dat de schrijfster haar bevlogen en persoonlijke stukjes niet meer schrijft. Het boek is af, zoals ze twitterde. Ik daarentegen weet niet zo goed wat ik met dit blog ga doen in de toekomst. Ik zie dat ik eerder een schrijfblokkade heb, dan een afgesloten geheel. Mijn laatste blog is al weer een tijdje geleden en zijn vaak lesideeen of de Google drive overleg ding voor vmbo-tl. Dus itt de bovengenoemde blog heb ik nog geen idee wat dit blog gaat brengen of ooit eindigt. Ach dat klinkt ook als een soort zekerheid.

Geplaatst in blijmakers, Uncategorized | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Dr House, een spelachtige opdracht

https://i0.wp.com/orig07.deviantart.net/bb85/f/2009/315/5/0/dr__house_avatar_by_zaheer12a.jpgIn het verleden heb ik deze opdracht vaak uitgevoerd. Dit jaar was de derde klas iets te vol in het programma, dus had ik niet de tijd hier een drietal lesuren mee aan de gang te laten gaan.

Het doel van deze lessen is om leerlingen een klein medisch onderzoek te laten doen, waar ze goed afwegen welke factoren belangrijk zijn. Daarnaast leren ze uitzoeken welke behandeling het verstandigste is. Alles gekoppeld aan het hoofdstuk/eindterm over infecties, immuniteit en verschillende behandelingen (In ons geval Biologie Interactief VMBO-KGT, hoofdstuk K10)

Het idee is als volgt. Aan het begin van de les laat je de leerlingen goed naar je luisteren. Als je baas bent start je de les in een labjas met een stethoscoop om. Je legt uit dat je Dr House bent. Je vertelt wie je bent (een chagrijnige, briljante arts) en waar je werkt. Misschien kan je als begeleiding starten met een trailer of filmpje van de serie (met de opmerking dat er wel eens een film van je activiteiten gemaakt is).

Je legt uit dat de leerlingen geen leerlingen zijn van een school. Maar artsen in opleiding van een gerenommeerd ziekenhuis in <noem een stad>. En dat ze op hun eerste dag van hun carrière in het ziekenhuis zijn. Falen is er niet bij. Alleen de winnaars blijven over. Dus de eerste patiënt die zij vandaag ontvangen moet ook meteen een goede diagnose krijgen. Het is toch vervelend als je eerste patiënt sterft -veel betekenende stilte- toch?

Natuurlijk hebben we niet echte patiënten. Maar een aantal casussen, waarvan we doen alsof het echte patienten zijn. Leerlingen, ik bedoel de arts-assistenten kunnen gebruik maken van 1 mobiele telefoon per groep en ze hebben ongeveer een 60-90 minuten de tijd (afhankelijk van het niveau en de tijd die je er aan wil besteden). De volgende les is de presentatie, van een paar minuten, waar de leerlingen de antwoorden die bij hun casus staan beantwoorden. Ze vertellen ook kort wat de case was. Dr House zucht als het goed is en zucht ook als het fout is. En geeft natuurlijk eventueel het goede antwoord met uitleg. Misschien geven de andere leerlingen tips of tops.

In de link hieronder de opdracht. Zelf even de voorwaarden op bladzijde 11 per groepje uitdelen.

Opdracht: Dr  House (pdf)

Dit blogbericht is een verzoekje nav Saskia Tuenter en haar ervaringen met Escape the classroom.

Geplaatst in Uncategorized | 4 reacties

Mbot uitdagingen

mbotIn een vorig stukje had ik informatie gegeven over het installeren van Mblock voor linux. Deze keer een kort bericht over een simpele instructie set voor het werken met de Mbot voor leerlingen.

De reden is dat ik vrij naïef dacht dat leerlingen wel zelf “van alles” zouden uitvinden rond de Mbot en het programma Mblock. Maar na 2 lessen begonnen ze te verdrinken in de mogelijkheden. Vooral de uitdaging om de sensoren aan het werk te krijgen lijkt lastig. En ik zie dat het zoeken van informatie toch echt weer een apart onderdeel is, die zij moeten leren. En aangezien ik ooit een superartikel heb gelezen dat je bij het leren (vooral praktika) nooit 2 dingen tegelijkertijd moet proberen over te brengen, besliste ik dat een deel van het zoekwerk door mij gedaan wordt.

Een ander is dat een onderzoeksvraag bedenken ook lastig is. Wat wil ik onderzoeken? Hoe pak ik dat aan? Wie en hoe stel ik een vraag? Ook dit is deze groep nog niet geleerd. En ga ik ook niet doen tijdens mijn techniek sessies. Dus ook dit hobbeltje moet weg genomen worden.

Dus een blaadje met een aantal opdrachten. En omdat die hele robot en programmeer wereld vol met Engels is, heb ik ze maar Challenges genoemd. Het blaadje is een document op computer die ze gebruiken. Dus het aanklikken van links is daarmee simpel.

Bewust heb ik geen lange lijst met instructies gemaakt. De opdrachten zijn kort met een tip waar op internet je informatie kan vinden. Leerlingen zijn vrij om te kiezen of ze een opdracht alleen doen of combineren. Het document zal vast groeien. Ik hoop dat leerlingen zelf tips toevoegen. (Stiekem denk ik aan een manier om een map op de linux laptops te synchroniseren met de macbook, ach een USB stick werkt voorlopig ook).

Maandag gaan we kijken of het lukt. Wordt vervolgd.

Mbot Challenge lijst (pdf)

Geplaatst in blijmakers, ict algemeen, open source | Tags: , , , , , | Een reactie plaatsen

Ina en Gerrit. Over insuline en glucagon

Die hormonen zijn ontzettend lastig voor vmbo leerlingen. Gelukkig hoeven ze de negatieve terugkoppeling als term niet te leren, maar hoe insuline en glucagon met elkaar “samenwerken” moet dan wel behandeld worden. Als je te weinig verteld is het niet duidelijk. Dus je moet toch iets verder dan de processen. Het totaalplaatje moet ook in beeld komen. Eigenlijk lukt het mij nooit helemaal goed.

Ik herinner me dat ik ooit op mijn opleiding iets heb moeten leren met moleculen die elkaar volgen, of iets. Een collega student heeft het me helemaal weten uit te leggen met treintjes. Het gevolg is dat ik nog steeds met veel plezier terug denk aan die treintjes uitleg, maar geen idee heb wat het onderwerp is.

En daar kwamen Ina en Gerrit in beeld. Ina en Gerrit zijn buren. Ze hebben een pesthekel aan elkaar en willen een muur tussen hun tuinen bouwen. Maar zoals slechte buren het betaamd, wil Ina een groene muur en Gerrit een rode. Dus elke keer als Ina ziet dat Gerrit een rode muur heeft gebouwd breekt ze die af, pleurt die stenen weer bij hem in de tuin en bouwt haar eigen groene muur. En Gerrit doet dat ook.

In tekst is dat wat warrig. Maar ik heb rode en groene Duplo! Daarmee bouw ik de muren en als ik poppen had zou het een nog beter beeld zijn. Maar een blaadje werkt ook.

De leerlingen komen na een tijdje met de suggestie dat ze beter samen zouden kunnen bouwen. En ik bouw op hun advies een gemengde muur. En elke keer vult of Ina of Gerrit hun kleur aan door de andere af te breken.

En dan de vraag aan de klas wat dit met hormonen te maken heeft. Ze weten het niet.

Ik leg dan uit. Ina is het hormoon Insuline. Gerrit is het hormoon Glucagon. Ina/Insuline bouwt glucose om in glycogeen. Gerrit/Glucagon bouwt glycogeen om in glucose. Opnieuw ga ik de muur bouwen, maar nu met de nieuwe namen erbij.

Bij sommigen verschijnt enig begrip. Dat is al heel wat. Maar dan zijn we er nog niet. De hormonen zijn afhankelijk van elkaar. En dat is een dingetje. Nu leg ik het op de grond met de namen van de stoffen er bij. Ik zet pijltjes op de onderdelen die meer of minder worden en vertel vele malen wat er gebeurt. Leerlingen schrijven het op hun begrippenlijst. Grappig is dat leerlingen vragen om het op verschillende manieren uit te beelden. Ze kiezen die manier op, die zij prettig vinden en schrijven dat op. Er is een moment waar ze met elkaar kort aangeven welke ze gekozen hebben. Ik zelf vind voorbeeld 2 (zie afbeeldingen) het leukste, ook omdat de negatieve terugkoppeling daar goed te zien is. Meeste leerlingen kiezen voor het meer “rechtlijnige” voorbeeld 1.

Ik heb nog veel meer trucjes in de woorden gelegd. Met onderstreept geef ik aan dat het proces in de lever plaatsvindt. Schuin gedrukt wordt geproduceerd in de alvleesklier. En niet te vergeten de kleuren. Ik merk dat ik cursief en onderstreept niet vertel. Als ze het vragen wel, maar niet eerder. Het kan ook allemaal maar verwarrend werken. De hele tijd zoek ik naar een compromis tussen wat ze kunnen begrijpen en wat ze moeten leren.

En dan de hamvraag. Heeft mijn toneelstukje met duplo effect opgeleverd? Ik heb geen idee. Ik heb het net gedaan. Dus kan daar niet veel over zeggen. Toets is ook nog komende. Wat wel heel leuk was, dat we er als klas lol in hadden. 😉

En ik vraag me af waarom ik dit blog. Is het omdat ik trots wil tonen wat ik doe in de klas? Ja, natuurlijk. Maar alleen dat gaf mij geen aanleiding. Misschien ook dat het voor mij een leuke uitvinding is om een verhaal met stuk theorie te koppelen. Stiekem hoop je dat ze Ina op de toets schrijven. 😉 Maar misschien ook om te laten zien dat modern onderwijs (wat dat ook zijn mag) ook is dat je een zooi papier verscheurt en neerlegt op de grond en samen bekijkt. Statisch om naar te kijken en dynamisch als er iemand aan zit. Dat leerlingen het bij me gewend zijn dat hun docent op zijn knieën zit om leerlingen in een kring iets uit te leggen. Dat ze net zo lang mogen vragen tot ze het begrijpen. En misschien wel om die zelf voldane gezichten te zien als het ingedaald is. Dat besef dat ze “iets heel moeilijks” begrepen hebben.

Geplaatst in Biologie, blijmakers, Uncategorized | Tags: , , , , | Een reactie plaatsen